Wanneer worden de bermen aangevuld?

Het komt vaak voor dat de bermen langs de wegen in de gemeente worden ‘uitgereden’ en dat er gaten in de berm naast de weg ontstaan. Indien nodig worden de bermen door de gemeente aangevuld.

De ervaringen met het verharden van bermen met puin zijn niet erg positief. Bij bermen uitgevuld met puin heeft het verkeer de neiging de bermen te zien en te gebruiken als een wegverharding. Hierdoor wordt het steenachtig materiaal weer snel uit de bermen gereden. Door de bermen met grond uit te vullen, gaan wij ervan uit dat het verkeer meer op de rijbaan blijft en de bermen eerder de kans krijgen groen te worden.

Bij reconstructie en groot onderhoud wordt gekeken naar een definitieve bermverharding in de vorm van bijvoorbeeld grasbetontegels.

Wanneer worden de bermen gemaaid?

De gemeente Lopik heeft in het maaibeleid vastgesteld waaraan ze zich houdt bij het maaien van bermen. Uit het oogpunt van (verkeers)veiligheid wordt bij uitzichthoeken bij kruisingen 3x per jaar gemaaid. Dat geldt ook voor bermen bij (gemeentelijke) bruggen. De bermen in het buitengebied worden in het voorjaar (mei/juni) gedeeltelijk gemaaid. Stroken langs beplanting en watergangen worden dan niet gemaaid. Aan het einde van het groeiseizoen (september/oktober) wordt de berm volledig gemaaid. De keuze om gefaseerd te maaien, is gemaakt voor het behoud van en ontwikkeling van het leefgebied voor planten en dieren. Binnen de kernen worden de bermen 2x per jaar gemaaid.

Hoe ontstaat een bloemrijke berm?

Inzaaien en geduld

Nieuwe bermen zaaien we bij aanleg soms in met een bloemrijk kruidenmengsel. We gebruiken daarvoor een mengsel van planten die van nature in onze regio thuishoren. De natuur maakt daarna een keuze van kruiden die goed groeien op deze plek. Voor de ontwikkeling en behoud van een bloemrijke berm is het belangrijk om jaarlijks te maaien en het maaisel af te voeren. Het tijdstip en de frequentie is afhankelijk van de ontwikkeling. Ook een bestaande grasberm kan bloemrijker worden. Daarvoor is een aangepast beheer nodig (regelmatig maaien en afvoeren van het maaisel).  Omdat in ons gebied vooral voedselrijke grond aanwezig is, zijn er wel wat jaren nodig om veranderingen te zien. Het vraagt dus geduld en uithoudingsvermogen.   

Maaien en droogte

In droge perioden maaien we minder, omdat gras dan minder groeit. De laatste jaren waren er langdurige perioden van droogte. Dit zien we terug in de toename van kruiden, ten koste van gras.

Ruigte

Waar mogelijk maaien we niet alles in één keer. In het voorjaar laten we delen langs de slootkant staan. Zo blijft er ook voedsel en schuilgelegenheid beschikbaar voor allerlei diersoorten. Ook slaan we in beperkte mate het maaien een jaar over. Hierdoor blijft er in de winter een stukje hoog gras met kruiden staan. Dit noemen we een ruigte. Insecten vinden in deze ruigtes een plek om te overwinteren en vogels vinden er voedsel in de vorm van zaden en insecten. Ruigtes zijn vooral te vinden in parken, op de overgang tussen bosrand en grasvelden. Maar ook rond de bomen in het buitengebied wordt om die reden niet jaarlijks gemaaid.

Wat doet de gemeente aan verwilderde niet-Nederlandse planten?

Sommige planten komen van nature niet in Nederland voor. Veel van deze planten zijn een verrijking. Maar sommige soorten overgroeien de inheemse planten, zoals de Aziatische duizendknoop en de  Reuzenberenklauw. Deze planten halen we wij daarom actief weg. Daarnaast pakken we de Reuzenberenklauw aan omdat deze plant bij aanraking brandblaren kan veroorzaken. Zie u deze planten, meld het dan via het Meldpunt Openbare Ruimte.

Ziet u de grote waternavel of andere woekerplanten in het water? Meld dit bij Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR).

Wat doet de gemeente tegen grasaren?

Bepaalde grasaren, zoals van de soort Kruipertje, hebben scherpe weerhaakjes die gemakkelijk in vachten van dieren blijven hangen. Deze kunnen binnendringen in de oren, neus of poten van dieren. Dit kan ontstekingen veroorzaken. Het is daarom belangrijk om je dieren en jezelf te controleren op grasaren en gebieden waar deze soort veel voorkomt uit voorzorg te vermijden. In de zomermaanden geven grasaren de meeste overlast. Het is niet mogelijk om alle grasaren te verwijderen omdat ze op veel plekken groeien.