Woonvoorzieningen

Als u door een ziekte, beperking of ouderdom uw woning niet meer normaal kunt gebruiken, kan de gemeente u helpen. Bijvoorbeeld door de bereikbaarheid, toegang en het gebruik van uw woning te verbeteren. Deze hulp van de gemeente heet een woonvoorziening.

Hoe werkt het?

Welke hulp de gemeente geeft, hangt af van wat voor u de beste oplossing is. Allereerst bekijkt de gemeente of u zelf uw probleem kunt oplossen. Dit kan bijvoorbeeld door hulp van familie, huisgenoten, vrienden of bekenden. Verder kijkt de gemeente ook of u geholpen bent met een algemene hulpdienst.

Als deze opties niet voor u gelden, kan de gemeente u individuele hulp geven. Bijvoorbeeld in de vorm van:

  • aanpassingen in uw woning
  • een geldbedrag om naar een andere woning te verhuizen
  • een geldbedrag, zodat u zelf een woningaanpassing kunt betalen
  • een hulpmiddel voor uw woning zoals bijvoorbeeld een tillift

De gemeente kan van u een bijdrage in de kosten vragen. Het CAK bepaalt de hoogte van de bijdrage aan de hand van uw inkomen, vermogen en eventuele andere voorzieningen die u krijgt.

Wat moet ik doen?

  • U neemt contact op met het Wmo-loket van de gemeente.
  • U voert een gesprek met de gemeente over uw situatie.
  • U geeft aan waar u hulp bij nodig heeft.
  • Naar aanleiding van dit gesprek, volgt er een onderzoek. Is de uitslag van dit onderzoek dat een woonvoorziening inderdaad de beste oplossing voor u is? Dan kunt u bij de gemeente een aanvraag hiervoor indienen.

Hoe lang duurt het?

  • Nadat u zich gemeld heeft bij de gemeente, heeft het college 6 weken de tijd om onderzoek te doen.
  • U krijgt een verslag van de uitkomsten van het onderzoek en de oplossing die de gemeente u wil bieden.
  • Daarna kunt u een aanvraag indienen. Binnen 2 weken na de aanvraag ontvangt u bericht.